Eleanor liep, lichtelijk in paniek, door de hal. Ze moest eigenlijk naar biologie, maar ze had werkelijk géén idee in welk lokaal ze moest zijn. Terwijl ze door de gangen liep keek ze op haar rooster, en ze bleef staan voor een lokaal. Hier moest het zijn. Voorzichtig deed Eleanor de deur open en ze zuchtte opgelucht toen ze enkele klasgenoten herkende. Helaas waren bijna alle plekken bezet, dus was ze gedwongen te zitten naast iemand die ze niet kende. Ze plofte naast een meisje neer, en zette haar tas naast de tafel. 'Hi,' zei Eleanor, en ze glimlachte naar het meisje naast haar.